Een kind groeit het mooist als hoofd, hart en lijf samen op pad gaan.
Hoofd, hart en lijf in balans
Als een kind in balans is, werken hoofd, hart en lijf samen. Het kind voelt zich veilig, kan helder denken én vrij bewegen. Maar wat als die balans zoek is?
Soms zit een kind “te veel in zijn hoofd”: het kind piekert, maakt zich zorgen of voelt zich onzeker. Het lijf wordt dan onrustig, gespannen of moe. Andere kinderen laten dan juist hun lijf spreken: ze vertonen druk gedrag, hebben last van spanning in hun spieren of ze hebben moeite met zich te concentreren. Weer anderen worstelen vooral met hun eigen gevoel: emoties die groot en intens zijn, maar lastig te verwoorden.
Daarom is het zo belangrijk om het geheel te zien. Een kind is niet alleen zijn gedachten, gevoelens of bewegingen – het is alles tegelijk. Door spel en beweging wordt zichtbaar wat er vanbinnen speelt. En juist in die beweging kan een kind leren om spanning los te laten, emoties te uiten en zelfvertrouwen op te bouwen.
Want als hoofd, hart en lijf in balans zijn, kan een kind groeien, leren en vooral: zichzelf zijn.